3.2 Het afstuderen
Het afstuderen is een life performance waarbij de student moet aantonen over de benodigde startbekwaamheid als ICT’er op HBO-niveau te beschikken. Het afstuderen vindt, net als de stage, plaats in het bedrijf tijdens het achtste semester van de opleiding, dat nominaal in de tweede helft van het vierde jaar valt. In de praktijk betekent dit dat de student die in het voorjaar de afstudeerstage doet full-time hieraan werkt vanaf begin februari tot eind juni, en een student die in het najaar de afstudeerstage doet werkt hieraan vanaf begin september tot eind januari het jaar erop.
De afstudeeropdracht
De opdracht moet aansluiten bij het ICT-deelgebied en het niveau (zie hoofdstuk 2) van de student en moet een onderzoekscomponent bevatten, waarmee de student zijn of haar vaardigheden wat betreft methodisch handelen kan aantonen op afstudeerniveau (zie hoofdstuk 4). De afstudeeropdracht moet een integrale opdracht zijn, waarin een zo breed mogelijk spectrum van vaardigheden gerelateerd aan het ICT-deelgebied getoond wordt. Opdrachten, die direct gekoppeld zijn aan een commerciële klant met vastomlijnde eisen en/of deadlines zijn niet toegestaan.
De afronding van het afstuderen
Bij de afsluiting van de afstudeerperiode is het gebruikelijk, dat de student zijn of haar project presenteert op het bedrijf. De formele afronding vindt plaats op school tijdens de afstudeerzitting. Alle afstudeerzittingen samen worden naar buiten gepresenteerd als een afstudeer conferentie zodat geïnteresseerd publiek kan kiezen welke afstudeerzitting ze willen bijwonen (zie ook H5, Afronding afstuderen).
Bij de beoordeling wordt als input niet alleen het portfolio meegenomen, maar ook de (kwaliteit van de) werkzaamheden, de presentatie en verdediging op school. Het beoordelingsformulier bevat criteria rondom ICT competenties, toepassen van de kennis en ervaring van school in een complexere bedrijfssituatie, als ook professionele ontwikkeling als communicatie, onderzoek, persoonlijk leiderschap, toekomstgericht organiseren.